Rembrandt van Rijn ‘David zingt voor Saul’
Rembrandt
Erich Arendt
Je scharrelde je koningen op aan de boord van de gracht
en liet ze zoals de armste stakker wenen.
Een smart, de laatste, brokkelt als ware zij van steen
van Sauls gelaat af – Eenzame grijsaard! de nacht
legt je bij zijn doden die aan de zwarte Schelde-
schacht hurken. Hij legt je als een of andere
dakloze neer. – En van het kruis zachtjes
de Mensenzoon: een mens bij de beenderen
van verstomde bedelaars en van boeren die nooit
vanuit hun kleiklompzware bestaan, de naamlozen,
nooit in de herinnering van hun tijd zijn gestapt.
Sommigen echter, die langsstroomden, hield je vast; en je
plaatste ze in het licht dat zich over hun lot ontfermde:
De uitgestotenen vertonen toekomsttrekken van profeten!
Rembrandt van Rijn ‘David zingt voor Saul’