Rembrandt van Rijn ‘Bathsheba’
Batseba na het Bad
Mieke van Baal
Zoveel duister is er, zoveel licht, het trage
van hitte, zweet, het onbedwingbare.
De hartstocht van een onzichtbare Koning.
Overvloedig vlees; ledematen, borsten
en billen, een volgestouwde etalage.
Om niet te ontlopen de ogen waarin schoonheid
als bliksem schittert. Armen lijfelijk en zwaar.
Een buik die uitgroeit; even rekbaar als zij zelf.
Volop nagenietend, lui en loom, onbezwaard
door de aandacht van bewonderaars.
Er is het wit van haar huid, dat blind schreeuwt
als het rood van bloed op een slagveld.
Glanzend als een jonge zeemeermin aangespoeld
op een onbekend strand. Schaduw omhult dienst-
willige vrouwen, wijsgerig als lucht en water.
uit: ‘Door de hand van Rembrandt’
Uitgeverij Hoenderbossche Verzen, Uden 2006