Jacques d’Arthois (1613 – 1686)
De terugkeer van de kermis
H.H. ter Balkt
Gloed van de schemer of van invallende nacht
boven de bosrand, sluimerende huizen, de weg
waarop je nog bijna de hooiwagens ruikt (en
’t licht van longkruidbloemen zwaar) draagt
een mensenslinger, uitgeput, terug naar huis,
ergens in Vlaanderen, het lachen opgelost in
de blauwpaarse nacht als vlinders in de kaars
die zwak de bossen verlicht en de donkere weg.
Waarzeggerstenten toe, beer, berenleider stil
als ’t gedierte achter de struiken. Duisternis
Met zijn triomfbogen dekt de vrolijkheid onder.
Slaap, slaapzand stuift op uit de weg. Zoveel
later gaan andere gelukkigen en ongetroosten
langs heel andere bosranden naar een ander huis.
Jacques d’Arthois (1613 – 1686) |