Jeroen Bosch ‘De Hooiwagen’
De Hooiwagen
H.H. ter Balkt
Het duizelt de eeuwen van mijn duivels! In
brokken de derde Hooiwagen, verworven door
Markiezin Mencia de Mendoza; nu diep in zee
ergens tussen Vlaanderen en Spanje. Hekeling
van de hebzucht, voor de derde maal gedaan,
en teloor in grond of zee! Die in het Prado
en het Escoriaal zijn heel ongelijk. Links
op de Triptiek de schepping en uitdrijving
uit het paradijs, rechts de brandende belt,
later de hel genoemd. De boom en het muziek
makend gezelschap op het hooi in ’t midden
zijn nog wel veilig voor de ladder en vorken
van ’t tuig bij de achtspakige raderen, maar
nog lang, als de icoonwolk verder verwaait?
Eén Hooiwagen van Jeroen Bosch hangt in het Escoriaal, een tweede in het Museo del Prado in Madrid. Volgens de Bijlagen, verschenen ter gelegenheid van de grote Jeroen Bosch-tentoonstelling in ’s-Hertogenbosch, september 1967, zou er een derde Hooiwagen hebben bestaan. De Spaanse Markiezin doňa Mencia de Mendoza, die gehuwd was met Hendrik III van Nasseau, gaf in de Nederlanden opdracht een ‘kar of wagen van Jeroen Bosch’ te verschepen naar Spanje, waar die – hoogst waarschijnlijk – nooit aankwam. Want er werd van de derde Hooiwagen geschreven ‘que se quebro’, die teniet ging.
Jeroen Bosch ‘De Hooiwagen’ – buitenpanelen
zie ook: KunstKolom Jeroen Bosch