De Très Riches Heures van Jean, Duc de Berry
H.H. Balkt
Van het azuriet en het altramarijn – stralend
boven bos en hooiland, en de val verlichtend
van de tomeloze engelenstroom – uit Saksisch
kobalt en ’t oostelijk Lapis Lazuli, gewreven
op marmer, en het groen van irisbladeren en
– bloemen, glanzen hel onze hemelen van juni,
juli en augustus boven valkenjacht, maaiers
en hooiers, glanst de knotwilgenrij; etgras.
Het natuel doorstaat eeuwen duister. Weefsel
van hechtheid, hoe grimmig nacht aanklopt aan
deuren van schoonheid, hoe hard regens van
vergetelheid vallen, leeft in de rode egger,
blauwe zaaier, in Rome’s muren, beer en zwaan
boven ’t haardscherm. Einde is ’t ultramarijn.
De Très riches Heures ( )
De uit Nijmegen afkomstige gebroeders Van Limburg, Herman, Jean (Jannequin) en Paul, schilderden omstreeks 1410-1415 de schitterende miniaturen voor het Getijdenboek van de Hertog de Berry. Paul was de befaamdste. ‘Les trois frères en enluminateurs’ worden ze genoemd. Het handschrift, dat duizelingwekkend lang in het donker sluimerde, werd later in de eeuw door Jean Colombe voltooid.
Beer en zwaan (ours et cygne) spellen de naam Ursine, een (geheime?) geliefde van de hertog.
(De Très riches Heures van Jean, Duc de Berry, Inleiding en toelichting door Jean Longnon en Raymond Gazelles, Utrecht/ Antwerpen 1974)