Balkt-Seghers-01

Balkt-Seghers-01

Het landschap met de man die een stok op
zijn schouders draagt

Hun hertogen zaten/ alom in de landen – Heliand, Eerste zang

H.H. ter Balkt

Menselijke bewoning    lijkt hier ver weg, de schuin
i de lucht neervallende    boom gebiedt misschien
de lente nooit meer te komen    of smeekt winter
en herfst    maar een kort oponthoud af; het lelietje

Van ’t dal sluimert    in de kloven, fata morgana
verborgen;    bijna vallende rotspieken door
een scheermes doorsneden    torsen oostenwind weet
welke dromen    uit de windingen opgestegen;

hersenwindingen, windingen van    de eeuwen en
wegen en wie weet    opgestegen uit het hoofd
van de stokdrager    gaande door de bekraste lucht

van het ene verscholen dorp    naar het andere;
hoog klimt een weg;    diepe wagensporen; mensen
door teen omringd;    hun hertogen duisternis en rook.

 

Balkt-Seghers-01 Balkt-Seghers-01
Balkt-Seghers-01 Balkt-Seghers-01
Balkt-Seghers-01 Balkt-Seghers-01