Vincent van Gogh ‘Joseph Roulin‘
Zelfportret als postbode
Benno Barnard
Hoeveel zomers zijn er zonder mij verstreken?
Mijn naam is Roulin Joseph, en wie dit leest
moet weten dat ik in leven brievenbesteller,
godloochenaar en absintdrinker ben geweest –
een schilderachtig man. We schrijven ‘88
(het is stof, bedenk ik, tot filosoferen
dat we dit doen met een weglatingsteken).
Het volgende is mij als sterveling gebeurd.
We zijn in Arles. Voor mij volstaat één woord
en onder de platanen kuieren weer dat soort
tot daguerrotypes gedoemde dames en heren,
voor wie Verdun ver weg is, en evengoed Vichy
(die argeloosheid van de mensen in mijn tijd
is maar een anachronisme van de verteller,
en dat bent u. U bent uw eigen onschuld kwijt).
Welnu, in dit Arles zien we een open deur
en daarin verschijnt, gedicht of geen gedicht,
een meisje, voorafgegaan door een knoflookgeur,
dat, staande van aangezicht tot aangezicht
met een beambte die is ontslapen in 1903,
haar hand uitstrekt naar de tastbare poëzie
van een liefdesbrief in zijn warme envelop …
Het is of ik weer op een woord te wachten sta
(u gebruikt trouwens die tegenwoordige tijd
niet voor de vorm maar voor de metafysica).
Hierna komt het toverwoord trein uit uw mond.
Een locomotief hoest in de verte wolken op
en de hele negentioende eeuw is achtergrond,
van een stoomtrein tot de onsterfelijkheid.
De zon schijnt. Wat zal ik nog meer vertellen?
Mijn tong is een dor feit. De deur valt dicht.
Ik kan de dode inhoud van mijn tas bestellen.
Vincent van Gogh ‘Joseph Roulin‘
Hier kunt u terug naar de overzichtspagina van de bundel ‘Ommuurd veld’