Vito Accondi, Trademarks (1971)
Dirk van Bastelaere
Een kamer door leegstand gekenmerkt.
Daar zit, bloot in het licht, Vito Acconci.
Blauw moet zijn arm zijn, wil hij de droom uit;
Wat draagt zijn ontkenning miet in zich.
Een wagen zijn schroot. De schaar
In het doek. Bij een nek in de morgen
Het gevette pistool en zo talrijke dingen
Door wegzijn geraakt.
Er is ons de foto die irritatie bestendigt:
in elk tandafdruk wil hij zich vergeten;
De beet in zijn dijbeen die zijn dijbeen ontregelt.
Zoals een gedicht zich verzet tegen het maken,
Zo verweert hij zich tegen zijn lichaam.
![]() |