Benn-Kariatide

Benn-Kariatide

Kariatide

Gottfried Benn

Ruk je los uit het steen! Barst
de holte open die je knecht! Ga toch
ruisend de velden in ! Bespot toch de kapitelen –
kijk: door de baard van de dronken Sileen
uit een eeuwig extatisch
luidruchtig onvergelijkelijk door dravend bloed
lekt wijn in zijn schaamhaar!

Spuw op de zuilenzucht: als doodgeslagen
grijze handen reikten zij bevend
naar gesloten luchten. Laat vallen
de tempels voor het verlangen van je knie
waarin het dansen wil!

strek je uit, bloei open, verbloed
je zachte bloembed van grote wonden:
kijk, Venus met de duiven gordt
rozen rond de liefdespoort, haar heupen –
zie de laatste blauwe waas van deze zomer
op asterzeeën tegen de verre
boombruine oevers drijven; zie
dit laatste geluk-leugenuur
van onze zuidelijkheid aanbreken,
hoog, gewelfd.

Erechteion

Gottfried Benn (1886 – 1956)
Een duistere dichter die Gottfried Benn. Hij benadrukt dat een gedicht niet een verhaaltje over de werkelijkheid is, of louter persoonlijke gevoelens uitdrukt.
Met veel moderne dichters heeft Benn gemeen dat zijn interesse sterk uitgaat naar het maak proces, naar een filosofie van de compositie en de creativiteit. Voor Benn is een gedicht dan ook in eerste instantie iets dat gemaakt wordt. De dichter werkt primair met woorden. Het gedicht is een laboratorium van woorden.

Hierbij schuwt Benn het gruwelijke niet. Kalm en analytisch beschreven, in tempo en volg orde van de sectiearts die hij ook was.
Een meisje beland op zijn snijtafel

                                De mond van een meisje dat lang in het riet gelegen had,
                                zag er zo afgeknabbeld uit.

Wat is er met het meisje gebeurt, het onderzoek gaat verder:

                                Toen men haar borstkas open brak, zat haar slokdarm zo vol gaten,

Ook dat bied de medicus nog geen aanknopingspunten dus gaat hij verder met openleggen.

                                Ten slotte vond men in een loge onder het middenrif
                                een nest met jonge ratten.

Hier vinden we de oorzaak voor de merkwaardige slokdarm gaten en de aangevreten lippen: toen het meisje in het riet lag heeft een rattenfamilie haar lichaam uitgekozen als nestplaats. En het wordt nog verbluffender of gruwelijker, op het moment van de obductie zijn de ratjes blijkbaar nog inleven. Met veel inlevingsvermogen stelt de sectiearts vast hoe de ratten in hun loge de tijd hebben door gebracht.

                                De rest leefde van lever en nieren,
                                dronken het koude bloed en had
                                hier een mooie jeugd achter de rug.

Zo hebben ze van het dode meisje geleefd tot de lijkschouwer hen aantrof.

Het is een ontluisterend gedicht. Het menselijk lichaam als behuizing voor een stel ratten: zie hoe mooi en harmonieus de natuur kan zijn.

In Gottfried Benn leeft het verlangen om te shockeren. Dat is gelukt. Aanvankelijk was zijn poëzie verboden door de Nazi’s, later door de geallieerden. Toen zijn werk wel mocht verschijnen had het onverwacht snel succes. Bij zijn sterven in 1956 was hij een van de belangrijkste dichters van Duitsland.
Shockeren doet hij nog steeds. Maar met dat zijn gedichten over dood en verval gaan, gaan ze tevens over het leven. Ars longa, Vita brevis.

Bij het lezen van het gedicht “mooie jeugd” zweeft mij doorlopend het schilderij Ophelia van de Engelse schilder John Everett Millais (1829 – 1896) voor ogen.

Benn-Kariatide

 

De volledige tekst van het gedicht mooie jeugd luidt in vertaling van Erik Spinoy als volgt:

Mooie jeugd

De mond van een meisje dat lang in het riet gelegen had,
zag er zo afgeknabbeld uit.
Toen men haar borstkas openbrak, zat haar slokdarm zo vol gaten.
Tenslotte vond men in een loge onder het middenrif
een nest met jonge ratten.
Een tenger zusje had de dood gevonden.
De rest leefde van lever en nieren,
dronk het koude bloed en had
hier een mooie jeugd achter de rug.
En mooi en snel kwam ook hun dood:
men wierp ze allemaal het water in.
Hoe de kleine snuiten piepten!

Huub Beurskens vertaald hetzelfde gedicht als volgt:
(verschillen met de vertaling van Erik Spinoy Cursief)

Mooie jeugd

De mond van een meisje dat lang in het riet gelegen had,
zag er zo aangevreten uit.
Toen men de borst(…) openbrak, zat haar slokdarm zo vol gaten.
Tenslotte vond werd in een prieeltje onder het middenrif
een nest jonge ratten gevonden.
Een klein zusje lag dood.
De anderen leefden van lever en nieren,
dronk het koude bloed en hadden
hier een mooie jeugd gehad.
En mooi en snel kwam ook hun dood:
het hele stel werd in het water gegooid.
Ach, hoe de kleine snuiten gilden!

 

Bronnen:    Guus Middag “Het wezen van de wolk”
                    Nawoord van Huub Beurskens bij zijn vertaling van de bundel “Statische gedichten”
                    Recentie van Maarten Doorman bij deze bundel in de Volkskrant.