Rembrandt van Rijn ‘De Anotomische les van Dr. Nicolaes Tulp’ 1632
Evenbeelden
Johan van Cauwenberge
Als God Tulp was en ons naar zijn gelijkenis geschapen had,
dan werd de wereld een bont bloemenveld.
’s Nachts zouden wij elkaar bestuiven, exotische papegaaien en
blonde Hollandse, allen aan elkaar gepaard tot een immens boeket.
Als dit geschiedt, dan zal je zien hoe de aarde wordt geslingerd
uit haar baan, enkel nog haar eigen as als lichaam heeft
en gasbel wordt, ozon aan de maan onttrekt; de zon
rood en onbevlekt, weer in het teken van de kreeft gaat staan.
Maar het leven wervelt voort in vrije val;
het konvooi met sterren staat al voor de poorten van de stad.
Nu alleen nog maar op het natte schildersdoek
in de Jodenbreestraat, maar de verbrande namen waaien al aan
met de wind en het is nog maar lente.