La Rue (zelfportret als kind)
Bernard Dewulf
Ruggen op weg door de straat.
De jongen die er stilstaat kijkt
met marbels in zijn kassen uit het doek.
Daar legt hij zelf, nu schilder, laatste
schaduwplooien in zijn broek. En mengt
de zwarte klad voor zijn paar schoenen.
Nog even gluren zij naar vroeger, later
en dan gaat het snel. Haren langs
zijn tenen, smerig goedje. En meteen
die nieuwe naam, Balthus, op het voetpad
in de linkerhoek. Rechts onderaan.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |