Oskar Kokoschka ‘De Mandril’ 1926
Mandril
Manuel Kneepkens
Op billen, rauw biefstukrood, troont hij
doof voor de kreten van gibbons, makaken
slordig rondslingerende monniken in habijten, on-
welriekend roestbruin, in kooien, idem, verderop
en je hóórt ‘m bidden : Christus…Marx…
Tarzan… open dit Vaticanum
en stop die Homo Sapiens Sapiens daar in
die alsmaar mijn morose piemel beloert
als ziet hij, als in een beslagen spiegel
Gods eigen glas-in-lood-lichaam :
de enige ware heilige apostolische Kerk
die van Oscar Kokoschka’s aap
achter onzichtbare tralies…
Jungle-priester-koning
Lugubere kerkvader
pre-Borgia met je al te purper geschilderd
mombakkes uit de voortijd van de Geschiedenis
tussen de stillevens vol granaatappels
passievruchten, kreeften & opgehangen hazen
/ de donkergroene roemers
vol Vanitas /
in ballingschap in ‘t Boijmans…
laten we ‘m bespringen, samen
tot hij ’t uitschreeuwt
suppoost Stilte!
Oskar Kokoschka ‘Oude man’