Carel Willink ‘Late Visitors to Pompeii’
Willink
Manuel Kneepkens
Barricaden op een schilderij van Willink
met als achtergrond de P.C. Hooftstraat
zouden gruwelijk misstaan
Tussen de antiquiteiten, de Gouden Eeuwse
& de klederdrachten van Fong Leng
tenzij als Hemelbedden
en/of beladen met een rococo dienblad
Melancholie
in porseleinen mokkakopjes
Ach, hier schrijdt zij Gekleed, ’t Gouden Viswijf
in fiere naaktheid
de Revoluutsie
vermomd als Willink’s favoriete ledenpop, hoog
op cothurnen. Achtergrond:
Pompeji, brandend…
Barricaden
daarentegen, als Dames, hartelijk
voor Siamezen / minnaars, spleetogig
fors overspelig (een Persianer Lam als echtgenoot…)
Ja, die zouden niet misstaan
in een P.C. Hooftstraat, brokaat van bloed!
Carel Willink ‘rustende dryade Sylvia-‘ (1977)
(op dit schilderij zien we Sylvia, het Tivoli, en de Slangenvrouw, uit de tuinen van Bomarzo)
Carel Willink en Amsterdam
Enige Willinkiana
Willink schilderde de P.C. Hooftstraat niet- en dat had een reden
Die straat was al in de Jaren Zestig niet meer van die typische ‘Willink’- architectuur
voorzien, die bv. wel de Vossiusstraat kenmerkt.
Want al die dure, exclusieve winkels, die zich daar gaandeweg vestigden
braken de puien af en vervingen die door foute ‘eigentijdse’ glamour
Wel had Fong Leng daar haar boutique.
Het was een mooie vrouw en haar creaties waren een cross-over van de mode naar de beeldende kunst. Zij had mijn interesse.
Kleding & mode an sich zijn overigens niet aan mij besteed.
Ik hou mij aan een woord van Picasso
Zijn vriend Jean Cocteau, de dandy-dichter, trachtte hem tot Beter Gekleed zijn
te bewegen, waarop Picasso placht te zeggen : Ach, Jean, wat maakt het uit
Als de Edele Delen maar bedekt zijn…
Bij Fong Leng ( Te Duur!) hebben mijn vrouw en ik zowaar iets gekocht in mijn Amsterdamse tijd, een vrolijk kinderjurkje voor ons driejarige dochtertje
(ze is nu 42 !) Dat was in de aanbieding. Anders was het niet gebeurd
Niet alleen om budgettaire reden alleen overigens hadden wij daar verder niets te zoeken.
De Fong Leng-creaties waren eigenlijk alleen te dragen voor Mathilde. Tenslotte is Fong Leng dan ook in schoonheid ten onder gegaan oftewel failliet. En Mathilde werd Willink te duur ‘ín onderhoud’. Hij brak met haar en ging met Sylvia Quiel.
Om de band met de P.C. Hooftstraat te leggen, zou het Zeppelin-schilderij ook, als leidende afbeelding hebben kunnen dienen, maar Pompeji wordt inderdaad genoemd in het gedicht.
Het Pompeji schilderij is interessant om dat daar op de rug te zien is
Oswald Spengler. Wiens boek Untergang des Abendlandes op velen in de Jaren Dertig diepe indruk maakte. Willink, met zijn onheilszwangere luchten, voorop.
Nu wij in Trump-tijd leven, krijgt Spenglers boek vast weer hernieuwde aandacht…
Die Owald Spengler had uit treurnis over zijn tijd zijn kop ( Zijn ‘P.C. Hooft’…) kaal geschoren. En niet dus als Mussolini en Pim Fortuyn om een wijkende haarlijn te maskeren (sic!)
En Oswalt heeft Kennedy vermoord…what’s in a name!
(Manuel Kneepkens)
Carel Willink ‘Mathilde tussen de monsters’ (1966)
Carel Willink ‘Sylvia naakt in stoel gezeten’ (1977)
Carel Willink ‘Simeon de zuilenheilige’ (1939)
Tekst en beeld van dit gedicht zijn begeleid door de ‘Riders on the Storm’ van The Doors ook terug te vinden op YouTube https://youtu.be/oIqwTylyH6Y