arp
Lucebert
tegen de polsslag van het steen
klopt de gedachte van de hand
ritselt de rokzoom van trottoirs
ademen rotsen over mij heen
staat de oxyde der zee
op de brandbreekbare ogen der aarde
dwars door mijn mond door
breekt het harde gat van gebaar
en mijn stem wenkt
stilte galoppeer maar
geen gewicht dat meer denkt
zo
ben ik tot over mijn oren verloofd met het licht
het licht koopt mij op
loopt op mijn tred mijn hals mijn haar
een mars van mens
de echte mens die wenst
stilte galoppeer maar
door de verstilde galoppade
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |