duchamp
Lucebert
weinig zien of niets
of alles alles van het dal van de berg
brug en rug en de blauwe ogen der oceanen
in de klauwen van het oerwoud diep in ons
ons zeer vertrouwd
van alles te veel
een tafel eens stoel als takkenbos
marteltafel van het zitvlak ook stort-
plaats de tafel met een lade vol lucht
de tranen van parijs
dan is er ook nog overvloed de kabeljauw
hangt als neuswarmer tussen de oren
van de schaker achterstevoren niet te verstoren
kijkt de artiest door het sleutelgat
je te doorboren
oh rhose in de groene dozen
het is goed te leven ga maar na
mona lisa’s sikje kuste picabia
en hij vrat het op