Een vader ziet zijn zoon
Victor Schiferli
Een vader ziet zijn zoon, vraagt:
trek die monnikspij aan, dan valt
het licht mooi op je gezicht.
Zijn gezicht: voorzichtig, ingehouden,
beschut aan beide zijden door
oud geurende stof. Hij gaat zitten
in de montere ochtendzon,
tegen de aardedonkere muur,
in de kastanjekleurige pij.
De zoon kijkt niet terug,
richt zijn blik naar de grond
alsof hij weer wat komen gaat.
Nog steeds ziet een vader zijn zoon,
bijgekleurd, aangestreken,
gefixeerd, de verf niet bestorven.
zie ook:
Rembrandt – Aafjes, Rembrandt – Baeke, Rembrandt – Balkt, Rembrandt – Barnas, Rembrandt – Bernlef, Rembrandt – Boeken, Rembrandt – Brabander, Rembrandt – Brassinga, Rembrandt – Bruinja, Rembrandt – Claus, Rembrandt – Decker, Rembrandt – Emmens, Rembrandt – Enquist, Rembrandt – Gerhardt, Rembrandt – Gerlach, Rembrandt – Harmens, Rembrandt – Herzberg, Rembrandt – Hofman, Rembrandt – Kemp, Rembrandt – Knibbe, Rembrandt – Kopland, Rembrandt – Meekers,Rembrandt – Menkveld, Rembrandt – Moeyaert, Rembrandt – Schiferli,Rembrandt – Schulte-Nordholt, Rembrandt – Soepboer, Rembrandt – Spinoy, Rembrandt – Tentije,
Rembrandt – Vestdijk, Rembrandt – Vestdijk02, Rembrandt – Vestdijk03 Rembrandt – Wissen.
Gedichtencyclus Rembrandt en de Engelen