Spinoy-Rembrandt

Spinoy-Rembrandt

Een oude vrouw

Erik Spinoy

In dit midwinternachtelijk
vertrek

waar oud en schimmig
glimmen
plakken
nog verwijlen
muts en kraag en mantel
nog niet afgelegde dof
verschoten
stof

en vlezig zacht met week
geworden appelvel
een hand
met voze vingers
rusteloos rustend
op het blad ligt

hangt uitgewist het sponsgezicht
met dichtgeverfde ogen
hachelijk aan de
gladde richels
boven diepten
van papier.

Zo zacht dit al zo
kil en slijmerig
taai en weerzin
wekkend week
dat heb je

van je leven
in keiharde spieren
wit gekalkt gebeente
niet gezien.

zie ook: 
Rembrandt – Aafjes,
Rembrandt – Baeke, Rembrandt – Balkt, Rembrandt – Barnas, Rembrandt – Bernlef, Rembrandt – Boeken, Rembrandt – Brabander, Rembrandt – Brassinga, Rembrandt – Bruinja, Rembrandt – Claus,
Rembrandt – Decker, Rembrandt – Emmens, Rembrandt – Enquist, Rembrandt – Gerhardt, Rembrandt – Gerlach, Rembrandt – Harmens, Rembrandt – Herzberg, Rembrandt – Hofman, Rembrandt – Kemp, Rembrandt – Knibbe, Rembrandt – Kopland, Rembrandt – Meekers,Rembrandt – Menkveld, Rembrandt – Moeyaert, Rembrandt – Schiferli,Rembrandt – Schulte-Nordholt, Rembrandt – Soepboer, Rembrandt – Spinoy, Rembrandt – Tentije,
Rembrandt – Vestdijk, Rembrandt – Vestdijk02,
Rembrandt – Vestdijk03 Rembrandt – Wissen.

Gedichtencyclus Rembrandt en de Engelen