Toon van Borm ‘the fortress‘ ink on paper, springmetal, aluminum, tape +/- 620cm x 96cm (12 sheets, 64cm x 96cm each)
De Vesting
bij ‘the fortress” van Toon van Borm
Jos Stroobants
zoals het zich ontrolt
van morgenrood tot avondblauw
van deemstering tot ochtendgloor
zo staat het minutieus beschreven
onze perkamenten tijd
met middeleeuwse zorg
tot pracht van pijn
en van onleesbaarheid verheven
al wat rest van dit onooglijk leven
al de riten en de miniaturen
van vergrijsd verleden
tot verborgenheid bestemd
een vesting oninneembaar
de kantelen door ons opgericht
in waan van taal en teken
aan de witheid van papier ontrukt
meest innemend zijn de vlekken
zeer behoedzaam van de tijd geplukt
Toon van Borm
“the fortress”
ink on paper, springmetal, aluminum, tape
+/- 620cmX96cm (12 sheets, 64cm
x 96cm each)
Toon van Borm (1973) is een bijzonder atypische kunstenaar. Na zijn studies burgerlijk ingenieur architect in Leuven werkte hij ondermeer drie jaar als architect in Noorwegen, volgde een postgraduaat ‘Master of Artificial Intelligence’ aan de KU Leuven, werkte als onderzoeker voor diezelfde universiteit en tekende tussendoor bijna constant.
Hij werkt als een ‘geduldige’ monnik in het scriptorium van een middeleeuwse abdij, maar wijkt af van het voorgeschreven patroon en laat het eigenlijke kopiëren achter zich ten voordele van een opeenvolging van vrije, meditatieve schrijfsessies die resulteren in gigantische bladen die hij geduldig en precies plooit tot ze de vorm van een oud boek of manuscript, dan wel die van een enigszins gedateerde stapel computerprints aannemen.
Dikwijls hangt hij zijn dunne bladen losjes aan de muur of gedeeltelijk voor een venster. Wil hij meer klaarheid in zijn ’teksten’ brengen, wil hij ze ‘doorlichten’ om misschien zelf tot een beter begrip te komen?
Het lijkt wel of Toon Van Borm met zijn bladen op elk ogenblik wil kunnen vertrekken, als een kunstnomade die niet aan een bepaalde plaats gebonden is, mede door de ogenschijnlijke eenvoud van zijn artistieke techniek.
Toch begeeft hij zich soms aan werk ‘in situ’. Vorig jaar werkte hij wekenlang aan een muurtekening in CC Strombeek.
Een andere keer gaat hij dan weer graveren op metalen platen. Beschreven bladen en metalen platen vormen één groot geheel in zijn woordenloze (maar daarom niet betekenisloze) werk.
Zijn deze gegraveerde platen misschien een overgang in zijn oeuvre? Bieden ze hem straks de mogelijkheid om de historische stap te zetten van (middeleeuws) ‘copiist’ naar (renaissance) ‘drukker’ om zijn teksten op grotere schaal te verspreiden?
Moeten we zijn teksten beschouwen als een soort ‘écriture automatique’ zoals bij de surrealisten of zoeken we het veeleer in de repetitieve of lineaire notities van bepaalde conceptuele kunstenaars? (Ik denk aan de cijferschilderijen van Roman Opalka of heel recent aan het werk ‘Salammbô’ van Rober Racine in de tentoonstelling ‘Time as Activity’ in Netwerk Aalst)
Ik stel voor mezelf vast dat de ’taal’ van Van Borm (voorlopig) onvatbaar is. Ik ben er overigens nog lang niet uit of ik nu al dan niet op zoek moet naar de sleutel om de wereld van deze kunstenaar te ontcijferen… als die sleutel overigens al zou bestaan.
Het artistieke werk van Toon Van Borm vormt en toont een ruimte van schriftuur waarvan de inhoud geheel ontsnapt aan het lezen. De verwijzingen zijn breed en gaan van manuscripten via ingekraste teksten op oude schilderijen tot referenties aan hedendaags werk van o.a. On Kawara en Opalka.
![]() |
![]() |
Toon van Borm ’the-forrest’ |