Rembrandt van Rijn ‘Zittende naakte jongen’
op een zittende naakte jongen
Nick J. Swarth
Als ’s zomers de zonnegod stil en onverstoord
het laatste restje uit de middag heeft geboord
peilt menig knul, geil van het landerig gedraal,
de blootgelegde belofte onder papa’s spiraal.
Daar lonkt in het stof, opgetrokken uit papier,
het plan voor een huis van plezier. Vlees werd
het woord. Het smaakt naar meer en dus goed,
als heb je geen idee wat je er verder mee moet.
Schat in hoofdzaak hier, aldus het geschrift, maar
in het ontsloten vertrek wijst de pijl naar een plek,
onvruchtbaar, sec, kaler dan een kin zonder baard
(ik hoop dat jullie weten wat je kunt met je kaart).
Zo rommel je wat aan. Je denkt het doet er niet toe,
het maakt niet uit. Tot je voor de eerste keer spuit.
uit: ‘Door de hand van Rembrandt’
Uitgeverij Hoenderbossche Verzen, Uden 2006
Rembrandt van Rijn ‘Zelfportret starend met open mond’