Pierre Bonnard ‘Nu à contre-jour’ 1908
Bonnard
Staf de Wilde
Het is opzet, zegt ze
terwijl ze naakt voor de spiegel
staat en zijn handen
haar omvatten zo gulzig
als het morgenlicht
en ja, hij dacht eraan:
nu is het ogenblik gekomen
voor ze het wonder wegstopt
om aan het werk te gaan
hij kan niet zonder
hij is als de schilder
die de badkamer koos
als atelier en dagelijks
moet hij haar verbeelden
hij wou dat zijn handen heelden
waar er schade is aangericht
al heeft het onvolmaakte
niets smadelijks
je overvalt me, klaagt ze,
en ja, hij moet de rover zijn
die deze aanblik komt stelen
een dag die zo begint
kan onmogelijk vervelen
zie ook gedicht Dewulf-Bonnard
en de KunstKolom over Pierre Bonnard
![]() |
![]() |