Pieter Paul Rubens ‘De Kruisafneming’ altaarstuk olieverf op paneel 420 x310 cm 1612
Passie volgens Rubens
Acht gedichten bij acht tekeningen en schilderijen van Pieter Paul Rubens
Anton van Wilderode
Proloog
Boom en distelstruik
De boom met brank en blad
en overmaat van takken
gelegerd in het veld
dat zijn geweld doorstond
nu met een spoor van nat
en slijm van lange slakken
onredelijk gekweld
tot diep onder de grond,
de boom, groen onderdak
voor zachte vogelparen
gevlogen door zijn bint
met nesten volgebouwd,
nu door het ongemak
van distelstruik en varen
gemerkt tot in het spint
van zijn gezonde hout.
De boom is zwart en zwak
en ongewis geworden
gewikkeld in een rok
van ruigte en woekerplant,
het krachtig lichaam mak
boort met zijn onverdorde
zoekende wortelstok
een grondzee aan van zand.
De stam is regelrecht
een gladde zuil gebleven
een stad een hoog verblijf
een steile staatsietroon,
gelijk het werd voorzegd
draagt hij een macht van leven
in het gemarteld lijf
van Gods beminde Zoon.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640
Boom en braamstruik
Rood en zwart krijt pen in bruin met enkele toetsen kleur op papier
352 x 298 mm omstreeks 1615 – 20
afbeelding nog niet gevonden! Evenals het schilderij ‘De Berenjacht’!
Wel een ‘Leeuwenjacht’ en een ‘Wolven- envossenjacht’.
![]() |
![]() |
Pieter Paul Rubens ‘Leeuwenjacht’ 1616-1617 | Pieter Paul Rubens ‘Wolven- en vossenjacht’ 1616 |
Opvallend aan de gedichtenreeks ‘Passie volgens Rubens’ is de spiegelbeeldige compositie. Proloog en epiloog zijn gelijkvormig en voor het op de proloog volgende en aan de epiloog voorafgaande gedicht geldt dat eveneens. Ook de vier tussenliggende gedichten zijn wat de vorm betreft gelijk.
In de inhoud is er eveneens van spiegeling sprake. De vier kruisiginggedichten staan in het midden van de reeks. Ze worden voorafgegaan door wat aan de kruisiging voorafging en een symbolisch gedicht en gevolgd door wat na de kruisiging plaatsvond en, tot slot. eveneens een symbolisch vers.
Deze tekening is ongetwijfeld naar de natuur gemaakt. Rubens paste dergelijke tekeningen toe in zijn schilderijen, in dit geval in het schilderij De berenjacht (Dresden). Van Wilderode zal de tekening als proloog voor zijn lijdensgeschiedenis gekozen hebben, omdat hij die symbolisch kon interpreteren. De boom als ‘Gods beminde Zoon’, tegen alle aangedane ellende in ‘een macht van leven’ in zich dragend, de struik als symbool van wat Jezus lichamelijk doet lijden: de doornenkroon in het volgende gedicht, de nagels in het derde.
Pieter Paul Rubens ‘Christus met doornenkroon’ (Ecce homo) ca. 1612
niet het schilderij als bedoeld in dit gedicht!
[I] Kroning Christi
1
Jeruzalem in slaap. In slaap de daken
de torens en de zuilen en de zon,
de vrienden die niet verder kunnen waken,
de ronde lamp boven het laag balkon.
In slaap de nacht de tuinen en de dieren,
de straten die naar alle verten gaan,
de vensters en de deuren zonder kieren,
de hemel met de goudmunt van de maan.
2
De wind zegt: Ik zal waaien,
uw laaiende wonden aaien.
De vloer: Ik lig roerloos languit
als een bed van ijs aan uw huid.
De geselkolom: Rug aan mijn rug,
keer naar mijn koelte terug.
En de lamp: Met mijn zachtste licht
beschijn ik uw aangezicht.
Maar de scherpe doornenkroon zegt:
U word ik opgelegd.
3
Vooronder van de kelder, negen mannen
onaangedaan in een tumult van macht
bedrijvig bezig met ervaren handen
in zoveel eenzaamheid te middernacht.
Het bleke lichaam als een boom gebogen,
wacht Jezus op de dorens van de kroon.
Onzichtbaar uit een voorhal van den hoge
vertroost de Vader zijn verlaten Zoon.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640
De bespotting van Christus
Olieverf op paneel
224 x 180 cm 1601 – 02
afbeelding nog niet gevonden!
Dit schilderij werd tijdens Rubens’ verblijf in Italië (1600-1608) in opdracht van aartshertog Albrecht, de Spaanse regent in de Nederlanden, geschilderd voor de kapel van de heilige Helena in de Santa Croce in Gerusalemme in Rome. De opdracht bestond uit drie schilderijen: een Heilige Helena voor het hoofdaltaar en een Kruisoprichting en deze Bespotting voor de zijaltaren. De Kruisoprichting bestaat nog alleen in kopie. De schilderijen bevinden zich tegenwoordig alle drie in Grasse.
Stad, zon, maan en discipelen bemerken in Van Wilderodes interpretatie niets van het gebeuren. Dingen uit de directe omgeving van de met doornen te kronen Christus worden gepersonifieerd en spreken de lijdende toe. Het derde deel komt het dichtst bij een beschrijving van het schilderij.
Pieter Paul Rubens ‘De Kruisdraging’ Olieverf op doek 1636 – 38
[II] De Kruisdraging
De grond herkent hem, en Veronica:
de aarde van altijd, de vrouw van morgen,
Zij loopt Hem in een aureool van zorgen
genadig met wit linnen achterna.
Verlies, verlies hem niet, als gij daarna
de weg teruggaat langs de haat der dwazen
door een trompetstoot tijdig aangeblazen, –
zachter dan alle gras, Veronica.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640
De kruisdraging
Olieverf op doek
569 x 355 cm 1636 – 38
Dit is Rubens’ laatste grote schilderij. Op 8 april 1638 werd het geplaatst op het hoofdaltaar van de Benedictijner Abdij van Afnighem (in de buurt van Brussel). Het was vier jaar daarvoor, in 1634, besteld. Het verbeeldt Christus’ gang naar Golgotha, waarbij een vrouw zijn gezicht afwist. Volgens de
legende bleef de afdruk van Christus’ gelaat daarna op de doek zichtbaar. Daarom kreeg de vrouw de naam Veronica, wat in het Latijn ‘het ware beeld’ betekent.
Anders dan Van Wilderode bij het gedicht aangeeft, bevindt het schilderij zich niet (meer) in het Museum of Art in Oklahoma City, maal’ in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel. In de tweede strofe wordt Veronica op het hart gedrukt de op de·zweetdoek afgedrukte afbeelding van Jezus toch maar vooral niet te verliezen.
Piet Paul Rubens ‘De oprichting van het kruis’ omstreeks 1610
Piet Paul Rubens ‘De oprichting van het kruis’ middenpaneel omstreeks 1610
[III] De Kruisiging
Uw hemelvaart vangt aan, als gij de last
van de geweldenaren, uit de horde
der onvermogenden en winnaars zijt geworden,
Gij kunt niet weg, gij zit nog stevig vast.
De nagels en de dood houden u voor
een laatste hevig triduüm beneden;
angst en zoveel verdriet om U geleden
gaan voor een eeuwigheid op aarde door.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640
De oprichting van het kruis
Olieverf op paneel
462 x 341 cm omstreeks 1610
De voorstelling die Van Wilderode beschrijft is het middenpaneel van het altaarstuk dat sinds 1815 in de kathedraal van Antwerpen hangt. Het is misschien wel Rubens’ bekendste werk en is vele malen gekopieerd en nagevolgd. Rubens schilderde het in 1610 voor de Sint-Walburgiskerk in Antwerpen. Van Wilderode ziet het kruisigen reeds als het begin van Christus’ hemelvaart, die drie dagen daarna zal worden voortgezet.
Piet Paul Rubens ‘De Lanssteek’ omstreeks 1620
[IV] De lanssteek
Maria lief, Maria Magdalene, –
in staal gepantserd tot de bovenbenen
doorboort de ruiter die hier aan komt rijden,
hoog boven u uit, Jezus rechterzijde.
Maria lief, Maria Magdalene
die zonder tranen levenslang zult wenen,
gij weert te laat de gepolijste tanden
der lans af met uw veel te kleine handen.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640
De Lanssteek
Olieverf op paneel
424 x 310 cm omstreeks 1620
Rubens schilderde deze voorstelling in 1620. Het schilderij was bestemd voor de Minderbroederkerk in Antwerpen.
De dichter spreekt Maria Magdalena toe, aan de voet van het kruis afgebeeld, die vergeefs tracht te beletten dat de ruiter links Jezus’ zijde zal doorboren.
Pieter Paul Rubens ‘De Kruisafneming’ altaarstuk olieverf op paneel 420 x310 cm 1612
Pieter Paul Rubens ‘De Kruisafneming’ detail middenpaneel
![]() |
![]() |
Pieter Paul Rubens ‘De Kruisafneming’ buitenpaneel links’ |
Pieter Paul Rubens ‘De Kruisafneming’ buitenpaneel rechts |
[V] De kruisafneming
De ladders in de kruisboom van de dood,
de wolken met nog hemelsblauwe gaten.
God ligt, in glijdend lijnwaad neergelaten,
straks in Maria s laatste moederschoot.
Van wat hem boven hield teder bevrijd,
nog tussen hemel en roetzwarte aarde
even teruggekeerd tot onze zwaarte
en het geweld van de genegenheid.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640
De kruisafneming
Olieverf op paneel
420 x 310 cm omstreeks 1612
Dit is het middenpaneel van een altaarstuk dat Rubens in 1611/12 schilderde voor het altaar van het gilde van de haakbusschutters in de kathedraal van Antwerpen. Op de buitenzijde van de luiken is de heilige Christoforus afgebeeld, de patroonheilige van de haakbusschutters. Het schilderij is, met De Kruisoprichting dat ook in de kathedraal hangt (zie hierboven ‘III De Kruisiging’), een van Rubens’ beroemdste werken. Hij baseerde zijn compositie op voorbeelden uit de Italiaanse schilderkunst en uit de oudheid, zoals de beroemde Laokoöngroep.
Evenals in ‘De Kruisiging’ (zie hierboven ‘III De Kruisiging’), gaat het in het gedicht, paradoxaal genoeg. in laatste instantie om de hemelvaart. De gekruisigde is slechts ‘even teruggekeerd’.
Piet Paul Rubens ‘De bewening van Christus’ omstreeks 1614
[VI] Bewening Christi
De dag is over en voorbij. De dingen
zijn aan elkaar gelijk en zonder kleuren.
Dood en verdriet en dood moeten gebeuren,
een keten van ineengevlochten ringen.
De zachtste handen die bestaan bewegen
als veren aan zijn voorhoofd en zijn armen,
iets anders dan hem koesteren en verwarmen
kunnen zij niet, zijn doodskou komt hen tegen.
2
Maria zegt: Zo dichtbij
ben je nog eenmaal van mij.
De struik zegt: Ik zal je doen
slapen in grotten van groen.
En de maan: Ik leg waar jij ligt
een kleine vijver van licht.
De wind: Ik maak alles stil
rondom jou als je rusten wil.
En Maria: Een ander verdriet
dan zijn zwijgen bestaat er niet.
3
Wij blijven samen voor de zwaarste tijd.
De nacht verzamelt ons voor zoveel uren
als donker en verdelging mogen duren.
Het licht van morgenvroeg brengt eenzaamheid.
Het huis waarin wij leefden is voorbij,
de vrienden die de wereld met ons deelden
zijn vreemden, arbeid is een oude weelde
want er is niets dat zo bestáát als Hij.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640
De bewening van Christus
Olieverf op paneel
55 x 74 cm omstreeks 1614
Deze Bewening van Christus is een grotere versie van een Bewening in het museum te Wenen, die 1614 gedateerd is. Het landschap op de achtergrond is geschilderd door Jan Brueghel. Rubens gebruikt hier voor het eerst het motief van de korenaren waarop het lichaam van Christus rust, een verwijzing naar het sacrament van de eucharistie, waarbij het brood herinnert aan het lichaam van Christus, geofferd voor de zonden van de mensen.
Deze Bewening is waarschijnlijk een schets voor een onbekend schilderij, door Rubens gemaakt tijdens zijn verblijf in Italië. In de 17e eeuw bevond het schilderijtje zich in het bezit van kardinaal Ascanio Colonna in Rome. Sommigen beschouwen het niet als een eigenhandig werk, maar als een kopie naar een verloren gegaan schilderij van Rubens. In de gedichten reeks heeft ‘De Kruisafneming’ te maken met ‘De Kruisiging’, ‘Bewening Christi’ met ‘De Kruisdraging’. In het laatstgenoemde gedicht trachten de zachte handen van Veronica verlichting te brengen. hier koesteren hem vergeefs die van Maria. Het tweede deel is een pendant van ‘Kroning Christi, 2′, het derde van ‘Kroning Christi, 3’. Daar waren het Jezus’ beulen, hier degenen die van hem houden.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640 ‘De bewening van Christus’ omstreeks 1601
Epiloog
Christus op het stro
Het koren is gedorst
met korte vlegelslagen,
de korrels op de deel
gesprongen in het rond,
worden omhoogggetorst
in zakken weggedragen, –
het stro ligt glad en geel
gebleven op de grond.
Geledigd stro, nog nat
van nachtelijke regen
nágeurend naar de geur
van hoog papaverkruid, –
geduldig strooisel dat
ontelbaar neergelegen
achter de dichte deur
de winter buitensluit.
Stro voor Gods eerste bed
in Bethlehem gestreken,
een handsvol tegen kou
en ongerief van wind,
voorzichtig neergezet
gevaar en tocht geweken
en tot een tent gebouwd
voor een onmondig Kind.
En láátste stro voor God
waarop hij wordt gedragen,
een man geweest, een lijk
dat in het donker ligt,
een dode in de grot
gesloten voor drie dagen, –
totdat Hij lééft, gelijk
een zuil van morgenlicht.
Piet Paul Rubens 1577 – 1640
De bewening van Christus
Olieverf op koper
27,7 x 24,1 cm omstreeks 1601
Kopie naar Piet Paul Rubens 17e eeuw
De Graflegging
Pen en penseel in grijs op papier
336 x 245 mm
afbeelding nog niet gevonden!
De tekening werd ooit beschouwd als een voorstudie voor het midden paneel van het altaarstuk dat Rubens in 1618 maakte voor het graf van Jan Michielsen in de kathedraal van Antwerpen (nu in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen). Tegenwoordig wordt zij niet meer als eigenhandig beschouwd.
Het koren en het Stro op de tekening krijgen wegens de symbolische functie ervan van Van Wilderode alle aandacht. Ze kunnen in verband worden gebracht met het lichaam van Christus, dat ook ‘gedorst’ is ten behoeve van de mens. Het stro herinnert aan de kribbe en zo aan de geboorte van Christus.
Pieter Paul Rubens ‘De bewening van Christus’ Wenen