Pieter Brueghel, The Parable of the Blind (1568)
Oil on canvas, approximately 34 inches x 61 inches. Museo e Gallerie Nazionali de Capodimonte, Naples.
The Parable of the Blind
William Carlos Williams
This horrible but superb painting
the parable of the blind
without a red
in the composition shows a group
of beggars leading
each other diagonally downward
across the canvas
from one side
to stumble finally into a bog
where the picture
and the composition ends back
of which no seeing man
is represented the unshaven
features of the des-
titute with their few
pitiful possessions a basin
to wash in a peasant
cottage is seen and a church spire
the faces are raised
as toward the light
there is no detail extraneous
to the composition one
follows the others stick in
hand triumphant to disaster
De parabel van de blinden
William Carlos Williams/ vertaling Huub Beurskens
Dit gruwelijke maar grootse schilderij
de parabel van de blinden
zonder rood
in de compositie toont een groepje
bedelaars die elkaar
diagonaal neerwaarts leiden
dwars over het doek
vanaf de ene kant
om ten slotte in een zomp te tuimelen
waar het stopt het
schilderij en de compositie waar
niemand te bekennen is
die het ziet het ongeschoren
voorkomen van de ge-
brekkigen met hun schamele
armzalige bezittingen te zien
zijn een wasbekken een boerenschuur
en een torenspits
hun gezicht is verheven
als naar het licht
de compositie kent
geen irrelevant detail dat ene
volgt de anderen aan een stok in
de hand in triomf naar het onheil
Zonder rood – Gedichten naar Breughel. –
Bovenstaande gedicht is afkomstig uit de bundel “Pictures of Breughel” wat hier duidelijk gelezen moet worden als beelden/ gedichten naar Breughel. Met het schilderij zelf sprong Williams vrij om. Zo heet het schilderij uit dit gedicht (regel 3) “zonder rood” te zijn. Maar de daken van de huizen en op de wangen van de laatste van de zes bedelaars is wel degelijk rood te bekennen. Verderop (regel 17) staat “te zien zijn een wasbekken, een boerenschuur en een torenspits”, maar op het schilderij zelf is geen enkel wasbekken te bekennen.
Terwijl de gedichten zich baseren op het werk van Breughel maken ze zich er tegelijkertijd ook los van.
Een andere – zij het onwaarschijnlijke – mogelijkheid is nog dat Williams bij het schrijven van dit gedicht een kopie voor ogen heeft gehad. Bijvoorbeeld een kopie uit de 17e eeuw, met olieverf op paneel geschilderd door Pieter Breughel de Jongere of Pieter Breughel de fluwelen. Deze kopie wijkt op meerdere punten af van het orgineel en er zijn meer kopiën in omloop. Zou Williams een dergelijke kopie gezien hebben met daarop een wasbekken?
Ook in andere gedichten is sprake van dergelijke “verschrijvingen” In het gedicht “De Bruiloftsdans in de openlucht” komt een marktplein voor, op het schilderij echter niet. Dit marktplein komt wel voor op “De Boerendans”dat in Wenen hangt. We moeten de gedichten van Williams duidelijk lezen als beelden/ gedichten naar Breughel en niet van Breughel.
Chris02.07.07
Meer Breughel op deze site:
Brueghel – Alstein, Breughel – Anker, Brueghel – Auden, Brueghel – Berryman, Brueghel – Burnier, Brueghel – Claus, Brueghel – Coninck, Brueghel – Emmens, Brueghel – Enquist, Brueghel – Foerster, Brueghel – Hawinkels01, Brueghel – Hawinkels02, Brueghel – Herzberg, Brueghel – Jooris, Brueghel – Kal, Brueghel – Kopland, Brueghel – Langland, Brueghel – Mare de la, Brueghel – Verwey, Brueghel – Smit, Brueghel – Spillebeen01, Brueghel – Spillebeen02, Brueghel – Spinoy, Brueghel – Szymborska, Brueghel – Velde, Brueghel – Vestdijk, Brueghel – Williams01, Brueghel – Williams02, Brueghel – Williams03, Brueghel – Williams04, Brueghel – Williams05, Brueghel – Williams06, Brueghel – Williams07, Brueghel – Williams08, Brueghel – Williams09, Brueghel – Williams10
KunstKolom Pieter Breughel
Breughel tekeningen.