TOGATUS BARBERINI
of: De anti-Cerberus
Leo van Zanen
– Exegi monumentum
Horatius, Carmina III, 30
De opdrachtgever spreekt
Kunst stond in onze woning in het rond.
Naast beelden, borden, mozaïeken, glazen
bezaten wij versierde Griekse vazen.
Wat ik daarvan als kind de mooiste vond
was die met Hercules en hellehond.
Je zag het waakse ondier zich verbazen
over hoe, ondanks zijn driekoppig razen,
de halfgod onverschrokken voor hem stond.
Ik heb een kunstenaar op kunnen sporen
die mij in marmer zet, tezamen met
vader en grootvader, ook senatoren –
hun koppen uit mijn dodenkabinet.
Mijn lichaam, als het hunne, gaat verloren;
wat blijft is dit driehoofdige portret.
Togatus Barberini
Het bovenstaande standbeeld behoort tot de collectie van de Capitolijnse Musea in Rome. Omdat afgebeeld heerschap een toga draagt en ooit deel uitmaakte van de verzameling van de Barberini-familie, wordt het beeld gewoonlijk de “Togatus Barberini” genoemd.
In de eerste plaats: de man draagt dus een toga. Dat was niet zomaar het nationale kledingstuk van de Romeinen, maar het is ook – anders dan bijvoorbeeld ’s Neêrlands nationale klompen – een kledingstuk dat je droeg bij officiële gelegenheden. De man presenteert zich als iemand die zijn verantwoordelijkheid nam voor de Romeinse gemeenschap, vrijwel zeker door het bekleden van een openbaar ambt.
Hij draagt twee portretten mee. Dit zijn de grootvader en vader van onze magistraat. De Romeinen hadden de gewoonten van elke overledene een doodmasker te maken en die portretten werden bij uitvaarten mee gedragen. Deze man presenteert zich dus als iemand die familietrots haalt uit dienstbaarheid aan de gemeenschap. Heel Romeins.
In de Mediterrane boerensamenleving die het Romeinse Rijk was, gold het “image of limited good”: het idee dat er van alles maar een beperkte hoeveelheid was. Het eten dat de een in overvloed had, kwam de ander tekort. De rijkdom van de een betekende de armoede van de ander. De vrijheid van de een was andermans slavernij. Dit gold echter niet slechts voor concrete zaken, maar ook voor abstractere dingen, zoals eer. Als de ene familie in hoog aanzien stond, stond een andere dat niet.
Meneer Togatus Barberini had vermoedelijk twee voorouders die een ambt hadden bekleed. Dat dwong hem om hetzelfde te doen, om zo de familie-eer “op peil te houden”. Het bekleden van bestuursfuncties was dus niet alleen een eervolle verplichting jegens de samenleving, maar ook een vrome plicht jegens de eigen voorvaderen. Omdat andere families dezelfde verplichting hadden, ontstond een rivaliteit met een bijna religieuze dimensie.
Deze wedijver vormde een van de motoren van de Romeinse expansie. Pompeius zocht prestige middels veldtochten in Spanje en Syrië; Julius Caesar veroverde stukken Spanje, Gallië tot aan de Rijn en Numidië. Fijn voor Italië, zoveel buit: de bodembelasting kon op een gegeven moment worden afgeschaft. De negatieve kant was dat het politieke leven in Rome werd geteisterd door steeds diepere rivaliteiten, die gewelddadig konden uitpakken. Togatus zou het ons hebben kunnen vertellen. Hij leefde rond 50 v.Chr. en heeft de burgeroorlogen meegemaakt die de ondergang inluidden van de Romeinse Republiek.
(ingekorte versie van een toelichting bij het beeld “Togatus Barberini” genoemd op het weblog van Jona Lendering)