Joost Zwagerman
Je stapt de regel uit zodra je knikt naar
de gestalte die in de regen staat en zegt
het regent en het regent niet.
Dat moet wel iemand zijn die hier poseert,
iemand die zijn knopen telt alsof
het uitgestrooide pixels zijn. Als het leven
elders is, moet de regen dubbel
zijn verdwaald. Wat rest is drooggestylede
eenzaamheid van iemand die steeds
naar zijn maker taalt. De façade
is van water, het water zoekt de fotoshop.
Trekt straks de bui voorbij, dan valt zelfs
de maker stil. Ook regen heeft een januskop.
Laat nu die regen weer van meisje zijn,
van jongen ook, één die rug aan rug niets
dan zichzelf ziet. Verweesde blik, zelfs het
weer verzaakt, het regent en het regent niet.
Een ode aan het kijken.
Onder deze titel is een tentoonstelling te zien (museum Meermanno 4 maart tot 30 mei 2010) waarin de poëzie van Joost Zwagerman (1963) in samenhang met het werk van veertien kunstenaars getoond wordt.
Het gaat in dit samenspel tussen beeld en tekst niet om eenrichtingverkeer. Soms inspireert het gedicht het beeldend werk, soms andersom. Zo maakten Harald Vlugt en Emo Verkerk recentelijk nieuw werk bij gedichten van Zwagerman.
Bij latere samenwerkingsverbanden treedt de fotografie meer op de voorgrond, zoals in de fotoserie Kristal van Paul Blanca met daarbij het gedicht ‘Hemellichaam’(2008). Recenter nog schreef Zwagerman het gedicht ‘Alles sal reg kom’ bij een foto van Rineke Dijkstra van een meisje dat Zwagerman deed denken aan het meisje van Versponck. Daarnaast zijn er foto’s te zien van Koos Breukel, Charlotte Dumas en Erwin Olaf.
Bronnen:
- Joost Zwagerman “Beeld verplaatst” Arbeiderspers 2010.
- Ron Rijghard “Ik deug alleen voor de poëzie – dichters over gedichten –“ NRC boeken 2010.