Geuren van de lente *
Chris den Engelsman
Tran Nguyen Dung (detail)
proloog
een betel kauwende wellustige monnik
schrijft vijf heilige schriftrollen boordevol
met vissen en spinnen, van liefde, leven,
dood, samsara, het universum voorbij
de kleuren, had ik maar geleerd
om te zien zonder te kijken, nog zijn
mijn ogen verblind door het rode stof van
de vijf rijken en vormen van mijn zintuigen
lentefestival
soms vind ik mezelf terug in maanverlichte tuinen
sterfruit etend en kijkend naar vallende engelen
draken komen hier om te sterven, vorm slokt leegte op, ruimte
verslindt vorm, overal blijven fragmenten van mezelf achter
tevreden drinkt een baby meisje aan de borst van haar
moeder, beiden vrolijk en vol vertrouwen over hun lot
waardig beschermd door hun dode voorouders
geef ik hun een zilveren munt voor aardse tegenslag
Tran Nguyen Dung
in een muziektuin
meisjes in traditionele ao dai-jurken drinken thee uit
blauwe en huidblanke transparant porseleinen kopjes
vingers verweven met de snaren van de lange citer
en peervormige luit, als speelse katjes, hun hele
geschilderde leven in een lied, als marionetten aan
de penselen van de schilder, voorjaarsbloemen plukkend
van de dan tranh, sprekend in zes muzikale tonen, klanken
als woorden kunnen heel verschillende dingen betekenen
Tran Nguyen Dung
de witgekalkte geur van bloemen
lippenstift droog, poeder vervaagd, vertel de bloemen
meisjes niet op het graf van Hô Xuân Huong te stappen
voorjaarsbloesems doorweven de ochtendlucht met hun aroma's
de tienduizend dingen worden gevormd in harmonie
stijl zwart haar tot aan hun middel fijn als zijde, soepel
als onze gedachten op een lentebriesje, zoeken ze Duyên
de voorbestemde band van liefde die vele incarnaties duurt,
onvermijdelijk vinden de geliefden elkaar in het westelijke paradijs
voorjaar in het boudoir
waar beginnen onze verhalen en eindigen andere
jij, ik, één geen twee, geen verschil, geen was, alleen is
in schilderij en herinnering leven we in gescheiden werelden
tussen ons slechts de potlood-dikke lijn van onze intenties
verwonderd over zoveel spirituele veerkracht rest ons
alleen de poëzie, zelfs op deze zachte lenteavond
blijft de poort van grote synthese gesloten en weerspiegelt
de vijver van hemelse helderheid slechts de wolken
Tran Nguyen Dung
bedtijd poppenspel
in een lelieblanke idylle, half gesluierd, nemen haar
ondoorgrondelijke ogen me op, achter een waterval
van haar blijven haar mijmeringen onkenbaar
voor mij, woorden als bloemen poederen de wind met hun geheimen
het zijn vrouwen van dezelfde oogst ze kennen dezelfde pijn
dezelfde vreugde en alle onzelfzuchtigheid die nodig is
vanuit mijn anonimiteit glimlach ik naar hen, een druppel inkt
in deze smaragdgroene uitgestrektheid, lente komt en lente gaat
Tran Nguyen Dung (detail)
epiloog
volgens de natuur is leven lenen en sterven
teruggeven, dit is de essentie van de
eeuwige Lente, een voor een kan alleen de boot
van mededogen ons naar de andere oever brengen,
in de parelglans van de volle maan is intimiteit het
kruid van de liefde, vertrouwen haar water en mest
spelend met de rozenknoppen van onze
mala wachten we tot het gras licht geeft
English editing - certainly not a translation - of this poem:
Tran Nguyen Dung (detail)
Scents of Spring*
Chris den Engelsman
Tran Nguyen Dung (detail)
prologue
a betel chewing lustful monk pens
down five fortune scrolls brim-full
of fishes and spiders of love and life,
death and samsara, the universe
beyond the colours, if only I had
learned to see without looking, as it is
my eyes are blinded by the red dust of
the five realms and forms of my senses
spring festival
some nights I find myself in moonlit gardens
eating star fruit and facing falling angels
my dragons come here to die, form eats emptiness
space swallows form, leaving bits of myself behind
a pink baby girl feeds at her mother’s breasts
both cheerful and confident about their fate
already solemnly protected by their death ancestors
I hand them a round coin with square hole against the ill winds
in a musical garden
girls in traditional ao dai dresses drinking tea from
blue and skin pallid cups of transparent porcelain
fingers interlacing with the snares of long zither
and pear-shaped lute, like kittens playing spring games
their entire painted life in a song, like puppets on
the brushes of the painter, picking sound flowers
from the dan tranh, speaking in six musical tones,
sounds like words can mean vastly different things
Tran Nguyen Dung
the whitewash fragrance of flowers
lipstick dry, powder faded, please tell the flower girls
not to step on the grave of Hô Xuân Huong, spring
blossoms ribbon the morning air with their aromas, all
the myriad things are shaped in harmony, a main of
straight black hair spilling down to her waist, fine as
silk, supple as thoughts on a spring breeze, they seek
Duyên, the predestined bond of love that lasts many incarnations
before, inevitably, the lovers meet in the western paradise
spring afternoon in a boudoir
where do our stories begin and others end, you
me, one not two, no difference, no was, only is
n painting and memory, we live in separate worlds
between us only the pencil thick line of our intentions
marvelling at spiritual resilience only our poetry
lasts, even in this gentle spring afternoon
the gate of great synthesis remains closed and
the pond of heavenly clarity reflects merely clouds
Tran Nguyen Dung
bedtime puppetry
in a lily-white idyll she inspects me with her inscrutable
eyes half-curtained behind the cascade of falling hair
her musing unknowable to me, spring words
like flowers powder the wind with her secrets
they are women of the same harvest they know pain and
they know joy and all the selflessness that was required
from my anonymity I smile at them, a drop of ink
in this emerald vastness, spring passes spring returns
Tran Nguyen Dung (detail)
epilogue
according to nature to live is to borrow to
die is to give back, the essence of the Golden
Spring beyond, one by one only the boat of
compassion can bring us to the other shore,
in the pearl luster of the full moon, intimacy is the
herb that seasons love, trust her water and fertiliser
playing with the rosebuds of our mala
we wait for the grass to give light
* De titel is afgeleid van de naam van de Vietnamese dichteres Hô Xuân Huong (1772 - 1822), wat ‘geur van de lente’ of ‘de lente essentie’, zoals in parfum, betekent.
De schilderijen die mede de inspiratiebron waren voor de gedichten zijn van de Vietnamese schilder Tran Nguyen Dung (Hanoi, 1942)
* the title is derived from the name of the Vietnamese (female) poet Hô Xuân Huong (1772 - 1822), her name meaning ‘scent of spring’ or ‘spring essence’ as in perfume.
The paintings that were a source of inspiration of the poems are by the Vietnamese painter Tran Nguyen Dung (Hanoi,1942)