Schilder Rousseaus afvaart uit het leven
Werner Aspenström
De leeuw, de panter en de vredig weidende lammeren,
de apen, de slangen en de schelle junglevogels,
de laatste nacht waakten wij bij zijn kist,
wij, zijn rouwende kinderen.
De zigeunerin was er ook,
Yadwiga,* de fluitspeler en het jonge paar
dat net van het carnaval huiswaarts keerde.
De nacht reisde langzaam verder.
De gele maan waakte met ons mee,
de verstijfde bomen langs de oever
en de duizend groene bladeren.
’s Ochtends even over zeven
kwam de raderstoomboot plonzend de rivier afgevaren.
Wij droegen hem aan boord. De kapitein
blies de aftocht.
Gij, God van twijfel en van catastrofen,
stoor de schilder Rousseau niet in zijn gedachten,
laat hem geloven dat alles onveranderd blijft
en dat wilde dieren zich alsnog door fluitspel
laten temmen.
(vertaling: Ivo van Strijtem)
* Yadwiga naakte vrouw op het schilderij ‘Le rêve’ van Henri Rousseau.
Onder het schilderij schreef hij een gedicht dat begint met
‘Yadwigha dans un beau rêve’.
We salute you Gentle Rousseau you can hear us.
Guillaume Apollinaire
We salute you Gentle Rousseau you can hear us.
Delaunay, his wife, Monsieur Queval and myself.
Let our luggage pass duty free through the gates of heaven.
We will bring you brushes paints and canvas.
That you may spend your sacred leisure in the
light and Truth of Painting.
As you once did my portrait facing the stars, lion and the gypsy
Apollinaire schreef dit gedicht bij het overlijden van Henri Rousseau, waarna de beeldhouder Constantine Brancusi deze tekst in zijn grafsteen beitelde op de begraafplaats ‘Cimetière de Bagneux’ in Parijs.