Abraham Bloemaert ‘Landschap met Tobias en de engel’ ca 1630
rendez-vous
Chris den Engelsman
met de in verkort sluimerende figuur op de voorgrond
is ook de tijd in slaapgevallen en voert een mooi
leesbare septembermiddag mij, als autodidact
die zich schadeloos stelt, het bloemrijke verhaal in
graag laat ik me verleiden door de pracht en praal
die Bloemaert voorschotelt waarbij alle aandacht uit
gaat naar de bijwerken in een landschap net zo helder
als de personages schoongewassen en frisgekamd
met gebarentaal maakt mijn gevleugelde metgezel
in een mozaïekvoorstelling Tobias en zijn Engel, Johannes,
Peleus en Thetis, Mozes, en de verloren Zoon zichtbaar
de belangrijke gebeurtenissen in ons leven spelen zich altijd in de half
schaduw op de achtergrond af, wonderen slaan ons met blindheid
maar soms zien we glimpsen, sporen, eindjes draad in het labyrint …
Théophile Thoré over Abraham Bloemaert:
‘Het is niet de moeite om stil te staan bij deze insignificante schilderijen.’
Voor een deel had Thoré misschien gelijk, voor een ander deel is het aan ons om net iets meer moeite te doen. In dat geval zouden we Tobias, druk gebarend in gesprek met zijn engel zien, zouden we de verloren zoon in de schaduw van de hoeve zien aarzelen alvorens zich in de armen van zijn vader te storten, zouden we Eris de appel ‘voor de mooiste’ zien werpen op de bruiloft van Peleus en Thetis om daarmee de loop van de klassieke geschiedenis definitief te veranderen.
‘Insignificante schilderijen’ zeker, maar zoals vaak spelen de belangrijke gebeurtenissen in ons leven zich op de achtergrond in de schaduw af.
Vaak zien we ze pas in retrospectief.
‘Een man van stil en bequamen wesen, hertlijck verlieft en gheneghen meer en meer nae te soecken d’ uyterste cracht en schoonheyt der Const Pictura’
Op deze wijze typeert de kunstenaars biograaf Karel van Mander in 1604 Abraham Bloemaert in zijn ‘Schilder-boeck’. De schilder was toen 38 jaar en had nog een lang (hij werd 85 jaar) en vruchtbaar leven als inventor, maker en leermeester in het verschiet.
In 1614 beschreef de onbekende schildersleerling Quintijnus de Waerdt het leven van de leerlingen van Abraham Bloemaert als een schildersfeest:
‘Verhoecht u in Utrecht door schilders feeste
met vierigen gheeste liefde verstreken doet
ons heer Scier Blomert wenst minst en meeste
op dat vroecht vol eeste ellick in sijn werken spoet
door u jonste laet u conste aen merken Vroet.
Const verheft
en brenckt tot staet.’
In modern nederlands:
‘Verheugt u in Utrecht op het feestelijk samenzijn van de schilders, waardoor, met vurige geest, de liefde wordt verstekt. Onze heer, seigneur Bloemaert, wenst dat van de minste tot de beste, elk in zijn werk wordt gedreven door vreugdevolle ijver. Laat uw kunst door uw gedrevenheid als volleerd herkend worden. Kunst verheft en brengt tot staat.’
Kortom het mag duidelijk zijn in de leer te mogen zijn bij Abraham Bloemaert was geweldig.
Abraham Bloemaert Gorinchem 1564 – Utrecht 1651
‘Boerderij in landschap met Tobias en de engel’ 1630
olieverf op doek 91,2 x 134,2 cm
Staatliche Museen zu Berlin, Gemäldegalerie, Berlijn
Abraham Bloemaert ‘De bruiloft van Peleus en Thetis’ 1638 | Abraham Bloemaert ‘De bruiloft van Pelus en Thetis’ ca 1595 |
Abraham Bloemaert Gorinchem 1564 – Utrecht 1651
‘De bruiloft van Peleus en Thetis’ ca 1595
olieverf op doek 101 x 146,5 cm
Bayerische Staatsgemäldesammlungen, Alte Pinakothek, München
Het feestmaal van de goden was een geliefd onderwerp bij de Hollandse manieristen uit de tweede helft van de zestiende eeuw, waarbij de voorkeur uitging naar de bruiloft van Peleus en Thetis. Op de bruiloft van de zeenimf Thetis met de sterveling Peleus waren alle goden uitgenodigd behalve Eris, de godin van de tweedracht. Zij neemt wraak door een appel in de menigte te gooien, bedoeld ‘voor de mooiste‘. Het verdere verloop van het verhaal, hoe uit deze keuze het begin van de oorlog van Troje ontstond, is bekend. Bloemaert schilderde dit figuurrijke werk in de gekunstelde, laat maniëristische stijl die destijds in de mode was. Zoals in vele van zijn werken besteedde hij ook hier de meeste aandacht aan het bijwerk, de naakten op de voorgrond. Het eigenlijke onderwerp, de bruiloft, speelt zich ver weg op de achtergrond af, Eris en haar gouden appel nauwelijks zichtbaar.
Ruim dertig jaar later zou hij hetzelfde tafereel opnieuw schilderen, maar nu in een gematigde classicistische stijl in die versie zijn Peleus en Thetis veel meer op de voorgrond aanwezig en zien we Eris ook daadwerkelijk haar gouden appel gooien.
Abraham Bloemaert Gorinchem 1564 – Utrecht 1651
‘Het godenmaal bij de bruiloft van Peleus en Thetis’ 1638
olieverf op doek 193,7 x 164,5 cm
Mauritshuis Den Haag
Abraham Bloemaert Gorinchem 1564 – Utrecht 1651
‘Landschap met Tobias en de engel’ ca 1610/ 20
olieverf op doek 65,3 x 54,5 cm
Centraal Museum Utrecht
Paulus Moreelse ‘Portret van Abraham Bloemaert’ 1609